1.
De wereld van de zon, regen, wind en koud.
Het is de wereld waar je moet overleven, waar je moet leven maar ook waar je kan dromen.
Dit is ook de wereld waar de verschillen soms heel groot zijn en waar samen delen bijna niet meer bestaat.
Het is ook de wereld waar geld niet meer een middel is, maar het doel.
2.
De wereld is door de randzaken zijn eigen identiteit verloren.
De wereld kent daardoor veel gebrokenheid en eenzaamheid.
Natuurrampen en oorlogen.
Het zijn de planten en dieren, die moeten lijden in plaats van ons.
De wereld word anders en afstandelijk.
Het is de wereld die we graag duurzamer willen maken, maar het ontbreekt ons aan de discipline.
3.
Wie de wereld kent, weet dat het leven geen sprookje is.
Wie de wereld kent, weet dat de waarheid soms hard aan kan komen.
Wie de wereld kent, weet ook hoe hij de slingers uit moet gaan hangen terwijl het hard kan waaien.
Wie de wereld kent, kent vertrouwen, moed en warmte.