1.
Inleiding.
Sporten is, het lichaam geestelijk en fysiek, op gang zetten.
Sporten is, je hartspier sterker maken en je uithoudingsvermogen verbeteren.
Sporten.
Sporten kun je op, veel verschillende manieren doen, er is geen goed of fout.
Sporten gaat, veel dieper dan alleen bewegen, het gaat ook over mindset.
Sta je open voor groei of sta je liever stil.
Sporten is, veel herhalen en continu reflecteren.
2.
Bewegen.
Sporten is, nieuwe hormonen aanmaken en veel zweten.
Sporten is, een manier van leven wat geduld vereist en met ups en Downs gaat.
Sporten is, voor jezelf kiezen en je dagelijkse dingen achter je laten.
Sporten is, kennis uitwisselen en leren samenwerken.
Sporten kun je vergelijken met het leven, zijn de randvoorwaarden niet goed, dan kun je niet pieken.
3.
Balans(voordelen).
Sporten laat zien dat je in evenwicht bent, dat je zo vitaal mogelijk kan leven.
Dat je de dingen die je wilt doen, kan doen.
Gezondheid heeft voor iedereen een andere betekenis.
Sporten is, niet het redmiddel voor gezonheidsproblemen, wel kan het sporten invloed hebben op je dagelijks functioneren en mentale welzijn.